De boom van Nederland
In mijn nieuwsbrief Cawen inspireert stelde ik in september 2023 de vraag wat bij uitstek dé boom van Nederland zou zijn. De eik staat bekend als dé boom van Engeland, bij olijf denk je vast aan Italië of Griekenland en bij plataan zit je misschien meteen op een dorpspleintje in Zuid-Frankrijk. Lezers van deze vraag stuurden mij mooie en bijzondere inzendingen.
Favorieten en suggesties
Naast suggesties voor dé boom van Nederland deelden mensen verhalen over hun persoonlijke bomenliefdes.
“Ik ben weg van de Olijfboom en de Ginkgo Biloba”, schreef iemand. Een ander schreef: “Maar mijn lievelingsboom is de tamme kastanje. Een boom die mij (letterlijk) voedt. Als kind ging ik altijd in de herfst tamme kastanjes zoeken met mijn vader. We aten ze gewoon direct van de boom zonder te poffen of zo. Daarna leerde ik dit weer aan mijn kinderen. Ik zoek en eet ze nog steeds. Pure voeding uit de natuur met warme herinneringen aan vroeger.” De Kastanjeboom werd vaker genoemd: “In R., het dorp waar ik ben opgegroeid waren er een groot aantal. Leuk om de vruchten in de herfst te rapen.”
Als suggestie voor dé Nederlandse boom werd de walnotenboom uitgebreid voorgesteld: “Voor haar help en ondersteuning bij veranderingen (bachremedie) en de mooie plaats die ze altijd kreeg bij boerderijen. Mugwerend en met haar citrusgeur verfrissend. En dan natuurlijk haar prachtige vruchten die lijken op ons brein. En waarvan we de heerlijkste gerechten kunnen maken. Brood en taart en walnotenolie. Haar bladeren geven een prachtige afdruk in de ecoprint techniek. Kortom een prachtige boom met karakter.”
Inheemse bomen
Door het onderzoek dat ik deed voor de Op stap met de bomen trainingen leerde ik vooral te kijken naar inheemse boomsoorten. Als het gaat over kastanje, dan wil ik eerst graag weten of je een tamme kastanje of een paardenkastanje bedoelt. De paardenkastanje met zijn mooie 'kaarsen'-bloesem woont nog maar een paar honderd jaar in Nederland, dus met mijn gekleurde bril valt deze als dé Nederlandse boom af. De tamme kastanje woont dan wel al wat langer in onze contreien, maar komt oorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied. De genoemde walnoot komt van nog verder weg, uit Azië. Tamme kastanje en walnoot zijn tweeduizend jaar geleden met de Romeinen naar het noorden gereisd. Dus wat mij betreft moeten we verder zoeken naar een 'inheemser' boom.
Twee inheemse vermeldingen waren berk en linde. Over de linde werd geschreven: “Ik denk aan de Linde. Waarom? Tsja... Vroeger stond er een hele rij lindebomen aan de start waar mijn basisschool stond. Afgelopen zomer heb ik veel lindebomen gezien. Ach ja, ik dacht gewoon meteen aan de linde.”
De berk wordt gezien als een godinnelijke boom. Ze wordt wel witte godin of de witte vrouwe van het woud genoemd. Het is een reinigende boom die hoort bij het voorjaarsbegin, bij het verleden loslaten en in beweging komen. Linde is de Germaanse boom waar recht werd gesproken en huwelijken werden gesloten. Ze is gewijd aan Noordse godin Freya en later aan Moeder Maria, godinnen die horen bij de volle kracht van de zomer. Zowel de berk als de linde kennen helende eigenschappen en komen rijkelijk aan bod in de Germaanse, Keltische en Noordse overleveringen. Maar ik was toch nog niet overtuigd dat een van deze bomen het meest geschikt was als mascotte voor ons waterlandje.
Dé boom van Nederland
Maar liefst de helft van de inzendingen sprak over de wilg. Een aantal reacties:
“Ik denk dat de Wilg of populier de Nederlandse boom is, omdat er klompen van gemaakt worden.”
“Voor mij is de boom van Nederland de knotwilg. Misschien niet zo statig als de eik maar zo typisch in het (Brabantse) landschap. Ik word altijd vrolijk van de wilg. Hij is licht, buigzaam en groeit snel. Daarnaast is hij dienend en geneeskrachtig.”
“Voor mij is het de wilg
die zo gewillig is
en zich in ons lage (neder)(water)land
thuis voelt / hoort”
“Ik kan een boom noemen die ik eigenlijk buiten ons eigen mooie land nog niet gezien heb (denk ik): de knotwilg. In ons land langs zo veel slootjes en sloten, en die kan je in iedere provincie tegenkomen.”
Ik sluit me aan bij deze inzendingen voor de boom van Nederland. De wilg wordt gezien als de koningin van het water. Het element water is verbonden aan inspiratie en dromen, meegaan met de stroom en terugkeren naar de bron. De Wilg staat symbool voor buigzaamheid, flexibiliteit en groeikracht. Met wilgentakken kan eindeloos gevlochten worden en van wilgenhout worden inderdaad klompen gemaakt.
In mijn overwegingen wat dé boom van Nederland zou zijn, was ons waterrijke land een belangrijke factor. Dat ik de wilg in elke provincie zag staan, gaf de doorslag. Treurwilgen met hun lange takken strelend in het water of gekortwiekte knotwilgen wachtend op nieuwe loten. Wat mij betreft is onze nationale boom deze koningin van het water, de Wilg.
/ | \
Toevoeging over de Tamme Kastanje en de Zwarte Els
Zoals het universum dat dan wil, deed ik nog geen week na het uitsturen van dit artikel over dé boom van Nederland twee ontdekkingen.
Ik ontving de nieuwsbrief van Olivier van Renswoude, van Taaldacht. Je hebt zijn werk al vaker bij mij als (inspiratie)bron ontmoet. Dit keer schreef hij over de tamme kastanje. Van Renswoude stelt dat deze boom ten tijde van de laatste ijstijd ook in noordelijke gebieden toevluchtsoorden kende. Dat betekent dat de tamme kastanje hier al wortels aan de grond had ruim voordat de Romeinen kwamen. Het is blijkbaar niet zoals ik dacht een uitheemse boom, maar een inheemse oude vriend. Van Renswoude eindigt zijn artikel met het aanreiken van een mooie inheemse naam voor de kastanje. Hij komt op erp (met de betekenis bruin, kastanjebruin), met erpels als de naam voor de noten. Staat inderdaad prachtig in de rij met berk, esp, iep, erp en eikel, erpel (en dan ook beukeltjes?).
Verder was ik op stap in Nationaal Park de Meinweg in Limburg, een speciale bomendag onder begeleiding van bomenwijze Maja Kooistra. We liepen door een uniek stukje zwarte elzen bos en Kooistra vertelde over deze boom als heilige boom van onze voorouders. De els toont drie generaties: er zijn de katjes, de groene knoppen en de zwarte elzenproppen. Het laat zien wat was, wat is en wat komen gaat; een symbool van regeneratie. Als vroege bloeier toont de els het nieuwe leven, en geeft vertrouwen dat de winter voorbij trekt en de overvloed van de zomer weer in aantocht is. Ook vertelde Kooistra over de bijzondere kleur hout: als je elzenhout zaagt (niet zomaar doen, he!), kleurt het rood. Rood is de kleur van bloed, van leven. Omdat de magie van bloed aan de vrouw verbonden is, wordt de Els gezien als een heilige vrouwelijke boom.
Ik vroeg Maja Kooistra of zij dacht dat de zwarte els dé boom van Nederland zou kunnen zijn. Dat vond ze zeker, vanwege de zojuist genoemde symboliek. De wilg zou ook wel kunnen, maar in mijn woorden kwam haar antwoord erop neer dat de wilg meer praktisch en de els meer heilig is. Als ik die twee verhalen naast elkaar leg, past voor mij nog steeds de wilg het beste als nationaal symbool. Ik denk dat we als volk behoorlijk praktisch ingesteld zijn, en de vele toepassingen van de wilg (klompen, manden, vlechtwerk voor huizen, etc) passen wel bij onze Nederlandse vindingrijkheid. Ik voel ook zeker wat voor die andere waterkoningin Zwarte Els, maar ik hou het op Wilg. Wat vind jij?
CW/sept2023+okt23