Waarom de spar in de winter zijn naalden behoudt
of: Waarom er altijd een vogeltje in de kerstboom hoort
een verhaal uit de Alsace
- onderaan de pagina kun je dit verhaal beluisteren -
Lang geleden, op een winterse dag in de donkere weken voor kerst, brak een vogeltje zijn vleugeltje. Hij kon niet meer vliegen en hij moest in het besneeuwde bos op zoek naar een plekje om te schuilen. Met veel pijn scharrelde het vogeltje naar de eik om daar tussen de droge herfstbladeren een veilig plekje te maken. Maar de eik wilde niet helpen en joeg het vogeltje weg. Het vogeltje scharrelde van boom tot boom, maar niet één boom waar hij kwam, wilde helpen. De beuk, de berk, de acacia… Ze joegen hem allemaal weg.
Uiteindelijk bleef het vogeltje radeloos en uitgeput liggen in de sneeuw, klaar om te sterven. Opeens hoorde hij een stem. “Kom, kleintje, kom maar hier!” zei de stem. “Je kunt tussen mijn naalden schuilen, ik zal je warm houden en je kunt mijn zaden eten.” Het vogeltje keek op en zag een grote sterke spar naar hem zwaaien. Met zijn laatste krachten sleepte het vogeltje zich naar de boom. “Kom maar bij mij,” zei de spar, “ik zal je beschermen.” Verkleumd tot op zijn kleine botjes kroop het vogeltje tussen takken en nestelde zich in de holte van een stevige tak. Dankbaar voor de hulp van de spar en de warmte van de naalden, viel het vogeltje in een diepe slaap.
Toen het kerstavond werd, raasde er een hevige storm door het bos. Het duurde de hele nacht en het ging verschrikkelijk tekeer. De bomen zwiepten wild heen en weer en de struiken klampten zich stevig vast aan Moeder Aarde. De volgende ochtend zat er niet één blaadje meer aan een boom. Zelfs het allerkleinste en allerlaatste blaadje was weggeblazen. De bomen stonden met kale takken in het bos. Behalve de spar. De spar stond nog prachtig groen en krachtig in het bos. De storm had gezien dat de spar het vogeltje hielp, en als dank besloot de storm dat de spar zijn naalden mocht behouden.
In de bescherming van de spar genas het vogeltje voorspoedig. Bij de eerste zonnestralen van het nieuwe jaar vloog het weg, op zoek naar verse wormen en een nieuw nestje. Vanaf die winter werd de spar de vrijgevige en beschermende koning van het bos genoemd. En dit is de ware reden waarom sparren in de winter groen blijven en waarom er in elke kerstboom een klein vogeltje hoort te zitten.
Dit is een verhaal van de grootvader van Vincent Michel, uit de overlevering van de Alsace, de streek waar in de 17e eeuw de mooiste kerstbomen vandaan kwamen. Vertaling en vertelling door Carin Wennink. Foto van de spar en de kleine steenuil is van Vincent Michel. CW/2020-12
Je kunt het verhaal ook beluisteren, in een door mij gemaakt en ingesproken filmpje.
/ | \