Wat je tegenkomt in het labyrint
Een gemeleerde groep oudere dames komt gemoedelijk binnen en keuvelt gezellig bij de thee. Elke maand ondernemen ze iets nieuws en deze middag staat het labyrint op het programma. Ze willen weten hoe het labyrint op mijn pad kwam en ik vertel mijn verhaal. Na het verschil tussen doolhof en labyrint, stop ik met praten en neem de dames mee naar buiten. Zelf ervaren is het beste om iets te ontdekken. Drie dames uit de groep zijn bij voorbaat zeer sceptisch. ‘Ik geloof er niet in,’ zegt een dame stellig. ‘Maar,’ gaat ze trots door, ‘ik ga het wel proberen!’
Tien dames gaan met tussenpozen het labyrint in. Een mevrouw vraagt aan mij waarom iedereen linksaf gaat. Mocht je niet ook rechtsaf slaan? Met een glimlach nodig ik haar uit het pad te volgen en te zien welke kant zij op gaat. Met een snelle blik op mij of ik het wel zie, smokkelen drie dames. Twee dames lopen naar het centrum en stappen er dan snel uit, de derde mevrouw haalt het midden niet eens. Ze ziet een uitweg en loopt met een stalen gezicht alsof ze alles gelopen heeft het labyrint weer uit. Het zijn de dames die van tevoren al sceptisch waren. De andere dames doen keurig wat gevraagd is en lopen het labyrint in, naar het centrum en over het pad er weer uit.
Als iedereen gelopen heeft, vraag ik naar evaringen. De drie sceptische dames roepen om het hardst dat ze niks ervaren hebben, hoor, helemaal niks! Drie andere dames, voor mij heel verrassend en onverwachts, hadden de wandeling ervaren alsof ze op een afscheid rond de kist liepen. De vier andere dames vond het fijn in het labyrint. Ze durfden het eigenlijk niet zo goed te zeggen, na het luide geroep van de drie sceptische dames. Zij vonden rust en verstilling in het labyrint. Een van deze dames vond een fijne kalmte die ze gewoonlijk in haar kerk kon ervaren.
Na het delen van de ervaringen is het tijd voor thee. Bij de thee babbelen we wat. De dame die er niet in geloofde, blijkt wel in wichelen te geloven. Daar ontstaat een mooi gesprek over, over hoe hun moeders of grootmoeders nog met een ketting of hun trouwring dit of dat wichelden. Bij het afscheidnemen maakt een van de vrouwen die geraakt was door het labyrint een wat langer praatje. ‘Nou,’ fluistert ze me toe, ‘dat verhaal dat je hield, over het spiegelen door het labyrint, dat klopt helemaal hoor! Hoe je erin stapt, dat kom je tegen in het labyrint. Ik heb enorm genoten, maar ja, als je er al instapt met het idee dat je toch niks gaat ervaren, dan zal je ook inderdaad niks nieuws ontdekken!’ Met een knipoog en een glimlach neemt ze afscheid.
Ik hoop dat ze er nog over gepraat hebben, deze dames, en dat hun band zo sterk is dat ze werkelijk hebben kunnen delen wat ze ervaren of gezien hebben in het labyrint. Bij zichzelf en bij elkaar. Ze zijn allemaal een ervaring rijker. En ik ook.
CW/2019
/ | \