De duif met het gouden stoeltje
Tussen het Thüringerwoud en het Harzgebergte leunde tegen een heuvelhelling een boederij van een godsvruchtige boer. Als het weer Kerstmis werd, sloop de jonge boer heimelijk naar buiten, de akker op en maakte de rondgang door zijn tuin, zoals hij het zijn gestorven vader had zien doen. Hij schudde aan de appelboom, hij rukte aan de perenboom en sprak dan de oude spreuk die zijn voorvader al had gezegd: “Boompje word wakker, Vrouw Holle komt!” Daarna hoorde hij geruis van het struikgewas en als een soort douche ritselde de wind naar beneden door de hele boom, van kruin tot wortel. En er staken winden op als vleugelslagen en Vrouw Holle verscheen in het verenkleed van een witte duif. Zij zweefde over de verborgen knoppen in de kroon, cirkelde dan om de heel oude tuin en breidde haar vleugelslag uit over het hele golvende akkerland. En waar ze vloog, daar bewoog zich een zegen naar beneden op het rijke land, verzonk in de sluimerende wortels en knollen onder de met sneeuw bedekte aardschollen, zodat ze weer vruchtbaar werden en kiemen deden ontluiken in het komend jaar. De boer ontwaarde een gouden stoeltje aan haar voet. Daarop streek de duif neer wanneer zij moe was van de verre reis. En waar ze rust hield, kwamen daar het volgend voorjaar de mooiste bloemen en planten op. Dan wist iedere boer: in dit uur heeft Vrouw Holle weer haar ommegang gehouden en heeft zij de oude aarde gezegend.
Zoals aangehaald door Annine van der Meer in 'Vrouw Holle en de verborgen wijsheid in sprookjes', blz 110.
/ | \